Het toegewezen budget voor de verbouwing van het Palais des Expositions is erg laag: ongeveer 450 EUR/m², terwijl in België een dergelijk project normaal gesproken ongeveer 1350 EUR/m² zou krijgen. De fondsen zijn zo laag dat zelfs de sloop van de schijnbaar overbodige gebouwen onmogelijk werd gemaakt.

Vanwege de Europese regelgeving moest het gebouw echter ongewijzigd blijven. Een radicale herziening van het programma of het toevoegen van nieuwe functionaliteiten was niet mogelijk. Toch konden de ontwerpers zich flexibel opstellen om de ruimte zo veelzijdig mogelijk te maken. In plaats van de geplande renovaties en de ontwikkeling van een energiezuinige uitbreiding, behoudt het project het meeste van de oorspronkelijke structuren, waardoor het potentieel van de beschikbare ruimtes in hun oorspronkelijke staat wordt verveelvoudigd.

De belangrijkste inbreng bestaat uit de transformatie van het centrale deel van het gebouw in een buitenruimte, hoewel beschut, door de gevels te verwijderen. Daarbij werden de zes bestaande hallen verdeeld in twee groepen van drie gestapelde kamers. Aan de ene kant worden er drie gebruikt voor parking. De afwezigheid van structurele ingrepen maak het mogelijk om het gebruik aan te passen, mocht dat ooit nodig zijn. In feite is het geen parkeerplaats, maar eerder een reeks hallen waarin geparkeerd kan worden. In de overige hallen worden de kernactiviteiten van het Palais des Expositions uitgevoerd.

Deze twee entiteiten zijn met elkaar verbonden door de “Jardin Central” en zijn monumentale trappen. De tuin is niet alleen een intern verkeersknooppunt. Omdat het gebouw op een grote helling staat, verbindt de tuin het stadscentrum met de straat eronder en het postindustriële landschap

In deze configuratie werd het budget bijna realistisch. De bovenste hal moest echter onaangeroerd blijven. Geen verwarming, geen ventilatie, geen technieken maar wel een nieuw dak. Het centrale niveau was het enige niveau dat nog in gebruik was met een klein auditorium en enkele extra faciliteiten. Het lagere niveau is een gloednieuwe “black box” volgens moderne normen.

Terwijl de bouw aan de gang was, vond de opdrachtgever aanvullende financiering en vroeg hij naar de toevoeging van een congresfaciliteit in het complex, evenals een concertruimte indien mogelijk. Zoals te zien is op de ontwerpen, biedt deze nieuwe fase de mogelijkheid om de centrale tentoonstellingshal te transformeren naar een grote foyer die opent naar de centrale tuin. Concerten zullen mogelijk zijn in de lagere hal en de lagere parkeerniveaus die meer weg hebben van een festivalterrein dan van een normale concertzaal. Er werd ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om verder te werken aan het landschap om de zee van asfalt rond het gebouw te vervangen door een stedelijk natuurreservaat, gebruikmakend van de typische biodiversiteit van voormalige industriële terrils.