U heeft ongetwijfeld al heel wat zien passeren over de nieuwe regels die zullen gelden in het nieuwe Boek 6 aangaande het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht. In deze nieuwsbrief willen wij kort focussen op wat de nieuwe regels inhouden en hoe u hierop als ontwerper kan anticiperen door uw contract aan te passen.

Op heden is een samenloopverbod van toepassing wat betekent dat partijen niet de keuze hebben tussen een contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering. Indien er een contract bestaat kan enkel een vordering ingesteld worden op grond van een contractuele wanprestatie. Daarop bestaan enkele uitzonderingen.

Daarnaast geldt de quasi-immuniteit van de hulppersoon wat betekent dat hulppersoon C niet contractueel doch ook niet buitencontractueel kan worden aangesproken door A. Ook hierop bestaan uitzonderingen waar we niet verder op ingaan.

Wat verandert er in het nieuwe Boek 6?

A (bouwheer) heeft een contract met B (ontwerper) die op zijn beurt een beroep doet op C (zelfstandig medewerker-werknemer-onderaannemer).

Artikel 6.3 §1 BW : samenloop wordt de basisregel

Een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering zal dus ook mogelijk zijn tussen medecontractanten, tenzij de wet of het contract anders bepaalt.

Artikel 6.3 §2 BW : wegvallen van de quasi-immuniteit van de hulppersoon

Wat betreft de hulppersoon is het uitgangspunt duidelijk.
Er is geen contract tussen A en C met als gevolg dat een contractuele vordering van A tegen C niet mogelijk is.

In tegenstelling tot wat tot op heden geldt, zal A een buitencontractuele vordering kunnen instellen tegen C. Daarvoor moet A bewijzen dat C een fout heeft begaan waardoor A schade heeft geleden. Met andere woorden : C heeft iets gedaan of nagelaten om iets te doen waardoor A (een derde) een nadeel heeft geleden.

De nieuwe wet voorziet wel dat C zich kan verweren op grond van bijzondere wetten. Een voorbeeld is de arbeidsovereenkomstenwet waarin voorzien is dat de werknemer niet aansprakelijk kan gesteld worden, tenzij ingeval van opzet, zware fout of herhaalde lichte fout.

De hulppersoon kan ook gebruik maken van aansprakelijkheidsbeperkende clausules voorzien in het hoofdcontract (tussen A en B) en in zijn eigen contract met B, behoudens als de fout werd begaan met het opzet om schade te berokkenen of gevolg is van een inbreuk op de fysieke of psychische integriteit.

Wat ingeval u werkt met of zelf een zelfstandig medewerker of onderaannemer bent ?

Het hoofdcontract ontwerper – opdrachtgever/bouwheer

Het hoofdcontract tussen A en B kan een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering van A tegen C uitsluiten.
Wij raden aan dergelijk beding in het hoofdcontract in te lassen :

“De partijen komen overeen dat het herstel van de schade veroorzaakt door de niet-nakoming van een contractuele verbintenis door een hulppersoon van de ontwerper, binnen de wettelijke grenzen enkel grond is voor een contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering tegen de ontwerper hoofdschuldenaar en geen grond voor een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering tegen de hulppersoon van de ontwerper, zelfs niet wanneer de gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van de schade ook een onrechtmatige daad vormt.”

Het ondercontract

Ook het ondercontract tussen B (ontwerper) en C (hulppersoon) kan ervoor zorgen dat A geen buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering tegen C kan instellen.

U kan deze clausule dan ook best inlassen in het contract tussen u als ontwerper en uw zelfstandige medewerkers of uw onderaannemers :

“De partijen komen overeen dat ingeval een aansprakelijkheidsvordering tegen de zelfstandige medewerker/de onderaannemer mogelijk is zowel op contractuele als op buitencontractuele basis, de zelfstandige medewerker/de onderaannemer, binnen de wettelijke grenzen, enkel op contractuele basis aansprakelijk kan zijn.”

Boek 6 zet contractvrijheid voorop. Er wordt niet meer van uitgegaan dat partijen die een contract sluiten, afstand willen doen van het regime van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Maar door deze dubbele beschermingsmogelijkheid, kan verwacht worden dat het in de praktijk niet zo’n vaart zal lopen met buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen tegen hulppersonen.

Daarnaast willen we nog benadrukken dat alle medewerkers (zelfstandigen en werknemers) als verzekerden zijn aangeduid in de polis beroepsaansprakelijkheid voor hun activiteiten in naam van en voor rekening van de verzekerde ontwerper.

Onderaannemers daarentegen moeten wel zelf hun beroepsaansprakelijkheid verzekeren. Uitzondering hierop is de wet Peeters-Borsus (attest tienjarige aansprakelijkheid woningbouw) waar de onderaannemer meeverzekerd moet zijn in de polis van de hoofdcontractant.

Wat als u werknemers heeft of werknemer bent?

Een werknemer kan zich beroepen op de bescherming voorzien in art. 18 van de arbeidsovereenkomst wet, die van kracht blijft, en waarin voorzien is dat een werknemer enkel aansprakelijk is voor bedrog, zware fout of herhaalde lichte fout.

Ter aanvulling kunnen ook hier contractuele bepalingen opgenomen worden in de overeenkomsten werkgever-opdrachtgever en werkgever-werknemer, waarbij de buitencontractuele vordering tegen werknemers uitgesloten wordt.

Wat als u bestuurder bent in een vennootschap?

De nieuwe wet heeft ook gevolgen voor bestuurders van vennootschappen als “hulppersoon” voor de uitvoering van de door de vennootschap aangegane overeenkomsten.

Ook bestuurders zullen de nodige aandacht moeten besteden aan het voorzien van beschermingsclausules in de contracten vennootschap-derde en vennootschap-bestuurder. Daarbij moet rekening worden gehouden met de bepalingen uit het wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, waarin regels zijn voorzien m.b.t. de aansprakelijkheid van bestuurders. Deze omvatten beperkingen op de aansprakelijkheid van bestuurders, maar ook grenzen aan de mogelijke vrijwaring van aansprakelijkheid.

De aansprakelijkheid voor fouten begaan als bestuurder van de vennootschap worden niet gewaarborgd in de polis beroepsaansprakelijkheid. Deze kan wel verzekerd worden in een polis bestuurdersaansprakelijkheid afgesloten door de vennootschap voor haar bestuurder(s).

Terug naar overzicht